Alle theorie voor je auto rijbewijs

 
1c
 

Gratis CBR Theorie: snel en handig

Je mobieltje heb je altijd bij je. En dus kun je tussendoor en waar je maar wilt de CBR theorie doornemen. Zo haal je het theorie-certificaat voor je rijbewijs op een handige en snelle manier.

 

Alleen nuttige theorie

De belangrijke zaken staan op een rijtje. En zijn op heldere manier uitgelegd. Geen dure cursussen aanschaffen. En eigenlijk ook geen theorie-avonden nodig. Het staat allemaal hier. Helder taalgebruik, heldere uitleg. Samen met de theorie examens een complete methode.

 

Tip: hoe kun je gemakkelijk leren?

Lees onderstaande verkeerstheorie een aantal malen door. Kijk of je zaken kunt onthouden. Ga daarna regelmatig een theorie examen maken. Heb je een paar examens gemaakt? Lees dan de rijbewijs theorie nog eens door. En als je leest: pak een gedeelte per keer. Alles in één keer doorlezen kan wel, maar je vergeet het wat eerder. Veel succes!

En veel succes met het theorie-examen. Lees ook hoe je stress voorkomen kan.

 



1. Definities in het verkeer

 

 

Bestuurders zijn alle verkeersdeelnemers, behalve voetgangers. Let op, begeleiders van paarden (of koeien) zijn ook bestuurder.
Voetgangers zijn naast iedereen die loopt ook skeelers, skaters, personen met brommer of motor aan de hand.

Geslotenverklaring: verbod de weg in te rijden (te gebruiken).
Haaientanden: voorrangsdriehoeken op het wegdek.
Invoegstrook: een weggedeelte met blokmarkering dat is bestemd voor bestuurders die de doorgaande rijbaan oprijden.
Kruispunt: kruising of splitsing van wegen.

 

 

2. Gedrag in het verkeer

 


Gevaar of hinderen

Je mag geen gevaar veroorzaken of verkeer hinderen. Dus niet inhalen bij een kruispunt of bocht (=gevaar veroorzaken). En bij keren of achteruitrijden de andere weggebruikers vóór laten gaan (niet hinderen).

 

Alcohol, drugs, medicijnen

Je mag als bestuurder niet deelnemen aan het verkeer wanneer je onder invloed bent van alcohol of drugs of medicijnen (zie gele stikker) die je reactie beïnvloeden. Alcohol: niet meer dan tweehonderdtwintig microgram alcohol per liter uitgeademde lucht (maximaal halve milligram alcohol per milliliter bloed). Voor beginnende bestuurder (eerste 5 jaar) niet meer dan 88 microgram alcohol per liter uitgeademde lucht (0,2 milligram per milliliter bloed).
Ook mag je niet toestaan dat een ander, waarvan je weet dat hij of zij onder invloed is, gaat rijden.



3. Verkeersregels

 


Plaats op de weg

Bestuurders moeten zoveel mogelijk rechts houden (uitzondering: bij files). Alleen Fietsers mogen met zijn tweeën naast elkaar rijden (verder niemand). Op een autosnelweg zijn bestuurders van een motorvoertuig met aanhangwagen (als die combinatie langer is dan 7 meter) en van een vrachtauto verplicht op een rijbaan met drie of meer rijstroken, de twee meest rechts gelegen rijstroken te gebruiken.

Voetgangers gebruiken het trottoir of het voetpad (en anders het fiets- of bromfietspad). Gebruik in overige gevallen de berm of loop uiterst rechts op de rijbaan. Uitzondering: Voetgangers mogen de rijbaan gebruiken indien zij een kolonne, een optocht of een uitvaartstoet vormen.

Bestuurders van een gehandicaptenvoertuig mogen zelf kiezen: ze gebruiken het trottoir, het voetpad, het fietspad, het fiets/bromfietspad of de rijbaan.

 

Inhalen

Bestuurders halen elkaar links in.
Met als uitzondering:

  • fietsers mogen voertuigen rechts inhalen;
  • bestuurders die links voorgesorteerd hebben om af te slaan: zij worden rechts ingehaald;
  • bij een kruising of rotonde met 2 of meer rijbanen mag je rechts inhalen;
  • bestuurders die zich rechts van een blokmarkering bevinden mogen bestuurders die zich links van deze markering bevinden rechts inhalen;
  • bestuurders mogen trams rechts inhalen.

Let op: het is verboden een voertuig vlak voor of op een voetgangersoversteekplaats in te halen.

 

Voorrang: belangrijkste regels

Let op: deze voorrangregels zijn van toepassing als er geen verkeersborden, wegmarkering en/of verkeerslichten zijn (vanaf hoofdstuk 4 behandeld). 

Voor bestuurders geldt bij een kruising: geef voorrang aan van rechts komende bestuurders. Kortom: rechts heeft voorrang (maar dat geldt niet voor voetgangers, die hebben geen voorrang).
Uitzondering hierop:

  • wanneer de bestuurder van rechts op een onverharde weg rijdt;
  • trams hebben altijd voorrang (ook wanneer je zelf van rechts komt);
  • weggebruikers mogen militaire colonnes en uitvaartstoeten van motorvoertuigen niet doorsnijden.

 

Bestuurders van rechts hebben voorrang

Bestuurders van rechts hebben voorrang (voetgangers dus niet)

Andere belangrijke hoofdregels:

  1. Bestuurders die afslaan geven verkeer (dus in dit geval ook voetgangers) dat hen op dezelfde weg tegemoet komt voorrang. Let op: geldt niet voor trams.
  2. Bestuurders die naar links afslaan, moeten tegemoetkomende bestuurders die op hetzelfde kruispunt naar rechts afslaan voor laten gaan. Let op: geldt niet voor trams.
  3. Weggebruikers moeten bestuurders van een voorrangsvoertuig voor laten gaan (geldt ook voor trams). Let op: voorrangsvoertuigen gebruiken zwaailichten en sirene en zijn naast politie, brandweer en ambulance ook andere diensten zoals: De Koninklijke Marechaussee, De Reddingsbrigade, Het Nederlandse Rode Kruis, Bloedbanken, Explosieven Opruimingsdienst Defensie (EODD).
  4. Bestuurders moeten blinden, voorzien van een witte stok met één of meer rode ringen, en alle personen die zich moeilijk voortbewegen, voor laten gaan.
  5. Bestuurders moeten voetgangers en bestuurders van een gehandicaptenvoertuig, die op een voetgangersoversteekplaats (zebrapad). oversteken of kennelijk op het punt staan dat te doen, voor laten gaan. Uitzondering geldt bij rood voetgangerslicht of een geel knipperend voetgangerslicht
  6. Bij bijzondere manoeuvres heeft het overige verkeer voorrang (dus óók voetgangers). Dit geldt voor: wegrijden, achteruitrijden, uit een uitrit de weg oprijden, van een weg een inrit oprijden, keren, van de invoegstrook de doorgaande rijbaan oprijden, van de doorgaande rijbaan de uitrijstrook oprijden en van rijstrook wisselen.
  7. Binnen de bebouwde kom heeft een bus met richtingaanwijzer aan, voorrang (Let op: buiten de bebouwde kom dus niet).

 

Recht doorgaand verkeer heeft voorrang

Recht doorgaand verkeer (dus ook voetgangers) op dezelfde weg heeft voorrang op afslaand verkeer.

Snelheid

Elke type weg heeft een eigen maximale snelheid. Daarnaast bepalen verkeersborden en verkeerstekens de snelheid die u mag rijden.

Andere weggebruikers zijn van grote invloed op uw snelheid. Zo is de volgafstand tussen u en de auto voor u te bepalen met de 2-secondenregel: uw snelheid delen door 2 en daar 10% (van uw snelheid) bij optellen. Dus bij een snelheid van 80 km per uur is de volgafstand: 80 : 2 = 40 en daar komt 10% van 80 = 8 bij. Maakt 40+8=48 meter volgafstand. Een andere maat waarop snelheid van invloed is: stopafstand. De stopafstand is de reactieafstand opgeteld met de remweg (remafstand). De reactieweg (de tijd die het u kost om te reageren) is 1 seconde. Berekening van de afstand die u aflegt in1 seconde is als volgt: snelheid delen door 10 en daarna vermenigvuldigen met 3. Dus bij 100 km per uur is de reactieafstand: 100:10 = 10, daarna 10x3 = 30 meter in 1 seconde. De remweg is de afstand die u nodig hebt om vanaf remmen tot stilstand te komen. Berekening remafstand: snelheid delen door 10 en uitkomst in het kwadraat (vermenigvuldigen met 'zichzelf') en delen door 2. Kortom bij 120 km per uur is de remafstand: 120 : 10 = 12. Daarna 12 x 12 = 144 meter; en delen door 2 maakt 72 meter remweg.

Samengevat (gaat gevraagd worden):- volgafstand = 2secondenregel = (snelheid : 2) + (snelheid x 10%)Bij 100 km per uur: 60 meter volgafstand

Bij 80 km per uur:  48 meter volgafstand

- stopafstand = reactieweg [= 1seconderegel = (snelheid : 10, x 3)] + remweg [= (snelheid:10)x(snelheid:10) , daarna delen door 2]

Bij 100 km per uur:  30 meter reactieweg +  50 meter remweg = totaal 80 meter stopafstand

Bij  80 km per uur:  24 meter reactieweg + 32 meter remweg = totaal 56 meter stopafstand

 

Afbeeldingafstanden

 

Het gebruik van snelweg mag alleen met voertuigen die minstens 60 km per uur kunnen rijden. Op autowegen moet een voertuig minstens 50 km per uur rijden (landbouwvoertuigen mogen dus niet op (auto)snelweg).


Onderstaande tabel toont de belangrijkste maximum snelheden voor snelweg, autoweg, buiten de bebouwde kom en binnen de bebouwde kom. Let op: er bestaan géén minimum snelheden.

 

Leer onderstaande tabel goed uit het hoofd. Er komen zeker vragen over bij het examen!
 
Vanaf 16 maart 2020 is op alle Nederlandse snelwegen de maximumsnelheid overdag (tussen 06.00 en 19.00 uur ) 100 km/u. 's Avonds en 's nachts (19.00 tot 06.00 uur) mag op veel snelwegen nog 120 dan wel 130 km/u worden gereden. let op de snelheidsborden.
 

 

Tabel3

 

Snelheid en wegbelijning: buiten de bebouwde kom zie je aan de strepen op de weg welke maximale snelheid gesproken geldt. Tenzij verkeersborden een lagere snelheid geven: dan is de snelheid op het verkeersbord van toepassing. Onderstaande afbeelding laat de snelheid zien per type weg. Bij dubbele witte middenstrepen met 'groen' in het midden is de snelheid 100 km/uur. En anders 80 km per uur. Geen middenstrepen, dan ook 80 km per uur (tenzij anders aangegeven zoals hieronder rechtsboven is te zien).

 Snelheid buiten de bebouwde kom

 

Stilstaan met de auto

Je mag met je auto niet stilstaan (=stoppen voor laden/lossen van goederen, of laten in/uitstappen van passagiers) en dus ook niet parkeren in de volgende situaties:

  1. op een kruispunt (of op een afstand van minder dan vijf meter daarvan) of op een spooroverweg;
  2. op een fietsstrook of op de rijbaan langs een fietsstrook;
  3. op een oversteekplaats (of binnen vijf meter daarvan);
  4. in een tunnel;
  5. bij een bushalte ter hoogte van de geblokte markering of op een afstand van minder dan 12 meter van het bord (als er geen markering is). Uitzondering: het laten in- en uitstappen van passagiers;
  6. op de rijbaan langs een busstrook en
  7. langs een gele doorgetrokken streep (bij een onderbroken streep mag je dus wel stilstaan).

 

Telefoneren, geld pinnen, kort inkopen doen valt allemaal onder parkeren!
 


Parkeren met de auto

Je mag met je auto ook niet parkeren (naast de plekken waar je niet mag stilstaan):

  1. voor een inrit of een uitrit (zelfs niet als die van jezelf is);
  2. buiten de bebouwde kom op de rijbaan van een voorrangsweg;
  3. langs een gele onderbroken (of doorgetrokken) streep;
  4. op een plek voor het onmiddellijk laden en lossen van goederen

Let op: je mag niet dubbel parkeren (dus naast een andere auto op de rijbaan).

Voor fietsen en bromfietsen geldt parkeren: op het trottoir, op het voetpad of in de berm van de weg (met andere woorden: niet op de rijbaan).

 

Gebruik van lichten

Alle lichten moeten functioneren zodra je gaat rijden. Dat geldt ook overdag. Uitzondering vormt het dashboardlicht en de belichting in de auto.

Voor dimlicht geldt:

  • mag bij dag, is niet verplicht
  • is wel verplicht bij dag, indien het zicht ernstig wordt belemmerd
  • is verplicht bij nacht
  • is verplicht in tunnels

Groot licht is verboden:

  • overdag
  • bij het tegenkomen van een andere weggebruiker
  • bij het op korte afstand volgen van een ander

Mistlichten:

  • Vóór is mistlicht niet verplicht maar mag wanneer bij mist, sneeuwval of regen, het zicht ernstig is belemmerd (Let op: dimlicht is dan ook niet verplicht)
  • Achter: is niet verplicht maar mag wanneer mist of sneeuwval, het zicht beperkt tot een afstand van minder dan 50 meter (Let op: bij zware regen dus niet toegestaan!)

Lichten tijdens het stilstaan

Bestuurders van een motorvoertuig (met meer dan twee wielen), die buiten de bebouwde kom stilstaan op de rijbaan en op langs auto(snel)wegen gelegen parkeerstroken, parkeerhavens, vluchtstroken en vluchthavens moeten bij dag, indien het zicht ernstig wordt belemmerd, en bij nacht stadslicht en achterlicht voeren.

 

Overige verkeersregels

Onthoud ook de volgende regels goed:

  • Bestuurders mogen slechts geluidssignalen en knippersignalen geven ter afwending van dreigend gevaar (niet om elkaar te begroeten); je mag ook geen onnodig geluid veroorzaken
  • Het is verboden rij- of trekdieren of vee zonder toezicht op de weg los te laten lopen
  • Slepen van auto´s: maximaal 5 meter afstand
  • Gevarendriehoek op 30 meter afstand, niet verplicht overigens als je knipperlichten aanstaan.
  • Gebruik mobieltje (zelfs vasthouden) is verboden tijdens het rijden voor auto, motorvoertuig, bromfiets, snorfiets of gemotoriseerd gehandicaptenvoertuig
  • Passagiers verboden te vervoeren in laadruimte of aanhangwagen (uitzondering bij evenement of optocht)
  • Bij een zijdelinkse verplaatsing is richting aangeven verplicht (met richtingaanwijzer of met de arm): op de snelweg ongeveer 300 meter vóór de afslag
  • Geef passagiers van tram of bus de gelegenheid voor in- of uitstappen (gelegenheid geven voor oversteken is niet verplicht)
  • Uitsteken van lading: 20 cm aan de zijkant, voor en achter: maximaal 1 meter
  • Milieuzones gelden voor vrachtwagens en in gemeente Utrecht ook voor oudere personenauto's (van voor 1 jan 2001) die op diesel rijden (hier meer erover)

Overzicht kwijt? Ga terug naar menu CBR Theorie.

 

4. Verkeerstekens

 


Volgorde van prioriteit

Let op: verkeerstekens (verkeersborden en wegmarkering) gaan boven verkeersregels

 

Verkeersborden

Hieronder staan de belangrijkste verkeersborden. Je moet je daar altijd aan houden tenzij een verkeersagent of –brigadier aanwijzingen geeft. Zie ook verkeersaanwijzingen

 

Leer de betekenis van de verkeersborden goed uit je hoofd. Er komen examenvragen over!
 

 

Snelheid

Voorrang

Richting

Parkeren en stilstaan

Overige geboden en verboden

Verkeersregels

Waarschuwing

Wegbewijzering

Informatie

Nieuwe verkeersborden 2015

Overzicht kwijt? Ga terug naar menu CBR Theorie

Nog even voor de volledigheid: verkeerslichten zijn ook verkeerstekens. De regels: bij rood: stoppen, bij oranje (officieel geel): indien mogelijk stoppen, tenzij stoppen meer gevaar geeft dan doorrijden, bij groen: doorrijden.

 



5. Verkeersaanwijzingen

 


Volgorde: aanwijzingen boven tekens en regels

Let op: verkeersaanwijzingen (van bijvoorbeeld politie of verkeersregelaars) gaan boven verkeerstekens (hoofdstuk 4) en verkeersregels. (hoofdstuk 3). Verkeerstekens (verkeersborden en wegmarkering) gaan boven verkeersregels.

Verkeersaanwijzingen

Overzicht kwijt? Ga terug naar menu CBR Theorie.

 

Tot slot

Lees de theorie meermalen door en oefen tussendoor met de theorie examens Als je tijd hebt kijk je weer even op je mobieltje/tablet (of gewone computer). Je kunt gewoon verder waar je gebleven was. De theorie goed kennen is noodzakelijk om je theorie-examen te halen. En natuurlijk om veilig te autorijden.

Veel succes namens het KenjeTheorie.nl team!